Jagen
Jacht
Recht op het genot van de jacht. De eigenaar of grondgebruiker kan het jachtrecht zelf uitoefenen of het verhuren aan anderen. Jachthouders kunnen onder voorwaarden anderen toestemming geven in of buiten hun gezelschap te jagen.
Opening van de jacht:
Per wildsoort is vastgesteld wanneer de jacht geopend is.
De Minister van LNV heeft de volgende periodes vastgesteld:
WILDE EEND Van 15 augustus tot en met 31 jan.
HAAS Van 15 oktober tot en met 31 december
FAZANTENHEN Van 15 oktober tot en met 31 dec.
FAZANTENHAAN Van 15 oktober tot en met 31 jan.
HOUTDUIF Van 15 oktober tot en met 31 januari
KONIJN Van 15 augustus tot en met 31 januari
PATRIJS De jacht is niet geopend
De jacht is in deze perioden in beginsel toegestaan tussen zonsopgang en zonsondergang. Voor de wilde eend geldt dat de jacht in die periode is toegestaan van een half uur voor zonsopkomst tot een half uur na zonsondergang
Jacht-, valkeniers- en kooikersakten
Het is verboden te jagen zonder in het bezit te zijn van een geldige jachtakte voorzover het betreft het jagen met geweer, een geldige valkeniersakte voorzover het betreft het jagen met een jachtvogel (slechtvalk en havik), en een geldige kooikersakte voorzover het betreft het jagen met een eendenkooi. De jachtakte wordt afgegeven door de korpschef van het regionale politiekorps in de regio waarin de woonplaats van de aanvrager is gelegen. Indien de aanvrager niet woonachtig is in Nederland is de korpschef van het politiekorps in de regio Haaglanden bevoegd. De valkeniers- en kooikersakte wordt door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij verleend.
Uitoefening van de jacht
Aan de uitoefening van het genot van de jacht is een aantal voorwaarden verbonden. Zo gelden er bijvoorbeeld beperkingen ten aanzien van de jachtmiddelen en eisen waaraan jachtvelden dienen te voldoen. Ook is de jacht niet geopend in gebieden die zijn aangewezen als beschermd natuurmonument als bedoeld in de Natuurbeschermingswet, of Wetlands of Vogelrichtlijngebieden. De jager is bovendien verplicht om bij het jagen het wild niet onnodig te laten lijden. J
Jachtmiddelen
De toegestane jachtmiddelen zijn: geweren, honden, niet zijnde lange honden, gefokte jachtvogels (havik en slechtvalk), geregistreerde eendenkooi, lokeenden of lokduiven, mits niet blind of verminkt, fretten en buidels.
Geweren, die ten behoeve van de jacht mogen worden gebruikt maar ook geweren die ten behoeve van beheer en schadebestrijding mogen worden gebruikt, kunnen op de jachtakte worden bijgeschreven.